24 maart 2016

Een rozijn is een dorre druif

 

 

Tegenwoordig neem ik douches om vier uur in de namiddag. Zo gaat dat dan, met die werklozen. Eerst douchen ze in de namiddag, en voor ge het weet zijn ze geradicaliseerd. Ik heb nul vlaggetjes in mijn mailbox. Dat komt omdat ik de vlaggetjes heb weggewerkt. Daar was ik vandaag zo’n 43 minuten mee bezig. Ge zoudt mij kunnen verdenken van weinig werk te hebben, maar ik zou kunnen repliceren dat ik gewoon erg efficiënt ben. 

Bovendien heb ik plannen. Morgen opent er een nieuw café en daar kan ik dan heen om mij met al de andere sardienen in dat pas geopende blik een mening te vormen over de smaak van de witte wijn, de al dan niet knappe barmannen en de muziekkeuze. Ja. En zaterdag ga ik koffie drinken met iemand die zich graag kwaad maakt over politiek. Zondag is het heel druk: ik moet ’s ochtends naar het Paasontbijt in ’t Kanon (een soort clubhuis waartoe ik de jongste jaren ben gaan behoren), vervolgens dien ik een stuk meubilair op te pikken in Nederland, godbetert, om dan ’s avonds naar een concert te gaan in Brussel. Ge ziet, ik zit niet stil.

Jaja. 

Ge zijt bezorgd, ik weet het. Bezorgd omdat de maalstroom lonkt, de sifon die elke werkloze vroeg of laat opzuigt. Verveling! Maar ’t is geen waar. Neen. Luister, het is de stilte voor de storm. Volgende week, dan gaat het gebeuren. Volgende week heb ik dingen te doen. Ik ga niet weten waar begonnen. 

In afwachting ga ik mijn neerwaarts kijkende hond oefenen in de living en parkeer ik mijn woordenboeken dichter bij mijn hoofd — van de plank in de gang naar de plank in het bureau. Naar het schijnt dient ge u te omringen met voorwerpen die uw lot bezegelen. Een kleine hack die de toekomst naar uw hand zet. Op de woordenboeken stapel ik Stephen Pinker’s The Sense of Style - The Thinking Person’s Guide to Writing in the 21st Century. Ik ben vrij zeker dat ik al in de 21ste eeuw ben beland (ik typ dit op een computer! Met alle tien mijn vingers!), nu hopen dat dat van die denkende mens ook afstraalt en ik hier over een maand of elf geen verdroogd hoopje mens ben geworden, verstoken van het sop van de arbeidsvreugde.