14 september 2016

Dom blondje

 

Het schijnt dat blondines zich meer amuseren. Dat de heren hen prefereren. In mijn hoofd ontspinnen zich dan jet set taferelen waarbij de champagne rijkelijk vloeit, de bubbels elegant uit elkaar spatten en de blondines luid lachen, het hoofd in de nek gegooid, zodat het licht van de vele discobollen gevangen wordt in hun deinende manen. Laat ik de uitzondering op de regel van de vlasblonde heerschappij zijn: deze zomer was ik blond, eenzaam en miserabel. Dat klinkt beter in het Engels, dus ik doe het nog eens over: that summer when I was blonde and miserable. Lonely is er van tussen gevallen, straks denkt ge nog dat ik naar medelijden hengel. 

Maar voorwaar, ik zeg u, dat platinum stond gelijk aan hartfalen en seksuele woestenij zo ver het oog reikt. Wreed, was het! Alsof het al niet erg genoeg is dat ik werkloos ben, nee, het universum had besloten mij eens mores te leren. Wel, universum, the empire strikes back. Ik tooide mij weder in herfstige kleuren en stiet oerklanken uit een stevig uit de kluiten gewassen squaw waardig. Who run the world? Right. 

Ik ben Xena the fucking warrior princess en ik heb het helemaal gehad met mijn statuut van werkzoekende single. Vooral omdat ik allesbehalve zoekende ben. Het werk vloeit in dikke stromen binnen, gelijk een kraan pek die ik niet dicht gedraaid krijg. Elke dag wat meer, en het plakt aan mij op avonden die ik met een Ricard op een terras zou moeten spenderen. Mooi zo. Laat maar komen, dat werk. Al die vragen om letters en zinnen, ik behang er de muren mee en roep van Boem! Paukeslag en de letters gaan netjes in het gelid staan, gerangschikt per artikel en volgens deadline, zodat ik ze mailwaarts naar hongerige ontvangers kan sturen. Willy Wonkagewijs tover ik woordspelingen en alliteraties uit dit instrument dat klavier heet en dat ik blindelings bespeel. Uw beroep, juffrouw? Virtuoos klavierist. 

Zo hoort het. Wat dat single zijn betreft, nou, daar ben ik dus even het spoor bijster. Ik weet dat gij die het gezicht achter deze woordenlijsten herkent, denkt dat ik mijn shit altijd geweldig together heb. Ik kan er niet aan doen, het is een ingebouwde functie in mijn gezicht. Het is standaard uitgestreken, dat was een optie voor wie de coupé bestelde (Ge dacht toch niet dat ik mezelf zou omschrijven als familiewagen zeker?). Zoals sommigen een ‘resting bitchy face’ tentoon spreiden, zegt mijn standaard gezichtsuitdrukking ‘mijn agenda bestaat uit netjes op elkaar volgende blokjes en ik doe yoga in de ochtend’. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat mijn agenda wel degelijk bestaat uit mooi op elkaar aansluitende blokjes (inclusief kleurcode per type activiteit) en dat ik om 8u30 mijn yogamat uitrol om spieren te strekken waarvan ik voorheen het bestaan niet vermoedde. 

Maar dat zijn de aardse zaken, degene die ik kan ordenen en bevelen. Het is met u dat ik een probleem hebt. Gij mensen allemaal. Ik snap geen snars van u. Ik wil van u houden maar ge maakt het mij verdomd moeilijk, met uw onvoorspelbaarheden en onbeschikbaarheden. Ge zijt wispelturig en onberekenbaar, somtijds hoogst onuitstaanbaar. Maar ge gaat mij niet liggen hebben. Nee. Ik keer terug naar mijn roodbruine lokken, naar de plaats toen alles nog onder controle was, want diep vanbinnen ben ik rost. Auburn, gelijk Jolene, voor bij mijn eyes of emerald green. Want niemand kon competen met Jolene. Zelfs Dolly Parton niet, en die was nochtans goed voorzien van poten en oren. Want het is gedaan, zeg ik u, met het kniezen over te veel werk en mijn ontspringen aan het dronken dansje dat het leven heet en de heremiet uithangen op zaterdagavond. Ik ga u graag zien. Allemaal. Behalve misschien die ene kerel op de trein die opstapt aan Dampoort en luid praat over utopieën en wiens speeksel ik kan ruiken van aan de overkant van het gangpad. Die niet. Maar al de rest ga ik overspoelen met liefde, kijk maar uit. Want ik wil een mens zijn dat liefheeft. 

Vorige week zat ik in de cinema met Nick Cave en een fijne selectie van een aantal van mijn favoriete mannen op aard, verspreid in de zaal. Ze keken over mijn schouder naar het zwart-witte scherm, gelijk beschermengelen, en Nick fluisterde “It’s okay. It’s not okay, obviously, but it’s okay.” I’m okay. I will be.